Jesaja 44:19

19 En niemand van hen brengt het in zijn hart, en er is noch kennis noch verstand, dat hij zeggen zou: De helft daarvan heb ik verbrand in het vuur, ja, ook op de kolen daarvan heb ik brood gebakken, ik heb vlees daarbij gebraden, en heb het gegeten; en zou ik het overblijfsel daarvan tot een gruwel maken, zou ik nederknielen voor hetgeen van een boom gekomen is?

Jesaja 44:19 Meaning and Commentary

Isaiah 44:19

And none considereth in his heart
Or, "and he does not return it to his heart" F11; he does not come to himself again, or return to his right mind, but lives and dies under the infatuation; never once revolving it in his mind, pondering within himself what he has done, or is doing, whether right or wrong: neither is there knowledge nor understanding to say;
within himself, and reason the matter in his own mind, and thus express himself: I have burnt part of it in the fire;
to warm myself with: yea, also I have baked bread upon the coals thereof;
both heated the oven, and baked bread with it; and also upon the live coals have laid kneaded dough, and baked a cake on them: and I have roasted flesh, and eaten it;
made a fire with another part of it, and roasted meat at it, and ate it with great pleasure and satisfaction: and shall I make the residue thereof an abomination?
an idol, which is an abominable thing to God, and to all men of sense and goodness: shall I fall down to the stock of a tree?
or "the bud of a tree?" F12 or that which is made out of a tree of my own planting, cutting down, and hewing, part of which has been used to the above purposes; and the remaining lifeless log, shall I worship it as a god? and yet, though such reasoning might be justly expected from a man that is a reasonable creature, sottish are idolaters, that they seem to be quite deprived of their rational powers, or at least these are disused by them.


FOOTNOTES:

F11 (wbl la byvy alw) "et non reducet ad cor suum", Pagninus, Montanus; "reducit", Piscator.
F12 (Ue lwbl) "ante id quod provenit ex abore", Junius & Tremellius, Piscator; "germen ligni", Forerius.

Jesaja 44:19 In-Context

17 Het overige nu daarvan maakt hij tot een god, tot zijn gesneden beeld; hij knielt er voor neder, en buigt zich, en bidt het aan, en zegt: Red mij, want gij zijt mijn god!
18 Zij weten niet, en verstaan niet, want het heeft hun ogen bestreken, dat zij niet zien, en hun harten, dat zij niet verstaan.
19 En niemand van hen brengt het in zijn hart, en er is noch kennis noch verstand, dat hij zeggen zou: De helft daarvan heb ik verbrand in het vuur, ja, ook op de kolen daarvan heb ik brood gebakken, ik heb vlees daarbij gebraden, en heb het gegeten; en zou ik het overblijfsel daarvan tot een gruwel maken, zou ik nederknielen voor hetgeen van een boom gekomen is?
20 Hij voedt zich met as, het bedrogen hart heeft hem ter zijde afgeleid; zodat hij zijn ziel niet redden kan, noch zeggen: Is er niet een leugen in mijn rechterhand?
21 Gedenk aan deze dingen, o Jakob, en Israel! Want gij zijt Mijn knecht, Ik heb u geformeerd; gij zijt Mijn knecht, Israel, gij zult van Mij niet vergeten worden.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.