Job 31:16

16 Zo ik den armen hun begeerte onthouden heb, of de ogen der weduwe laten versmachten;

Job 31:16 Meaning and Commentary

Job 31:16

If I have withheld the poor from [their] desire
Their reasonable desires, and which it was in his power to grant; as when they desired a piece of bread, being hungry, or clothes to cover them, being naked; but not unreasonable desires, seeking and asking great things for themselves, or unlimited and unbounded ones, such as the two sons of Zebedee desired of Christ, ( Mark 10:35 ) ;

or have caused the eyes of the widow to fail;
through long waiting for, and expecting help and succour from him, and at last disappointed. Job did not use the widow in such a manner as to give her reason to hope for relief or counsel from him she came for, and make her wait long, and then send her away empty, as he was charged, ( Job 22:9 ) ; but he soon dispatched her, by granting her what she sued to him for.

Job 31:16 In-Context

14 (Want wat zou ik doen, als God opstond? En als Hij bezoeking deed, wat zou ik Hem antwoorden?

15 Heeft Hij niet, Die mij in den buik maakte, hem ook gemaakt en Een ons in de baarmoeder bereid?)

16 Zo ik den armen hun begeerte onthouden heb, of de ogen der weduwe laten versmachten;

17 En mijn bete alleen gegeten heb, zodat de wees daarvan niet gegeten heeft;

18 (Want van mijn jonkheid af is hij bij mij opgetogen, als bij een vader, en van mijner moeders buik af heb ik haar geleid;)