Joël 2:30

30 En Ik zal wondertekenen geven in den hemel en op de aarde: bloed, en vuur, en rookpilaren.

Joël 2:30 Meaning and Commentary

Joel 2:30

And I will show wonders in the heavens and in the earth
This, and what follow, refer to the prodigies seen in the air, and done in the earth, a little before the destruction of Jerusalem F18; when in the air were seen comets and blazing stars, particularly one in the form of a sword, hanging over Jerusalem, and appearances of armies engaged in battle; and, on the earth, a flame was seen in the temple, and a voice heard in it, saying, let us go hence; the doors of it opened of themselves; an idiot went about, crying woe to the people, woe to the city blood, and fire, and pillars of smoke;
"blood" may design the great slaughter of then by the Roman army in the land of Judea, and by murders committed among themselves in the city of Jerusalem, which were very horrible, and of great numbers; "fire", the burning of towns and cities; though Kimchi interprets it of lightnings in the heavens; and "pillars of smoke", rising up in straightness and height like palm trees, as the word F19 signifies, vast quantities of it arising from cities and towns burnt. Gussetius F20 interprets this of the burning of the martyrs in the first ages of Christianity, and of their spiritual affections, which ascended upwards to God, and were grateful to him; see ( Song of Solomon 3:6 ) .


FOOTNOTES:

F18 Vid. Joseph. De Bello Jud. l. 6. c. 5. sect. 3.
F19 (Nve twrmt) "palmas fumi", Piscator, Cocceius.
F20 Ebr. Comment. p. 947.

Joël 2:30 In-Context

28 En daarna zal het geschieden, dat Ik Mijn Geest zal uitgieten over alle vlees, en uw zonen en uw dochteren zullen profeteren; uw ouden zullen dromen dromen, uw jongelingen zullen gezichten zien;
29 Ja, ook over de dienstknechten, en over de dienstmaagden, zal Ik in die dagen Mijn Geest uitgieten.
30 En Ik zal wondertekenen geven in den hemel en op de aarde: bloed, en vuur, en rookpilaren.
31 De zon zal veranderd worden in duisternis, en de maan in bloed, eer dat die grote en vreselijke dag des HEEREN komt.
32 En het zal geschieden, al wie den Naam des HEEREN zal aanroepen, zal behouden worden; want op den berg Sions en te Jeruzalem zal ontkoming zijn, gelijk als de HEERE gezegd heeft; en dat, bij de overgeblevenen, die de HEERE zal roepen.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.