Johannes 18:26

26 Een van de dienstknechten des hogepriesters, die maagschap was van dengene, dien Petrus het oor afgehouwen had, zeide: Heb ik u niet gezien in den hof met Hem?

Johannes 18:26 Meaning and Commentary

John 18:26

One of the servants of the high priest
Hearing him so stiffly deny that he was a disciple of Jesus, when he had great reason to believe he was:

being his kinsman, whose ear Peter cut off;
a near relation of Malchus, to whom Peter had done this injury; and who was present at the same time, and no doubt took particular notice of him; and the more, because of what he had done to his kinsman:

saith unto him, did not I see thee in the garden with him?
as if he should have said, I saw thee with my own eyes along with Jesus, this very night in the garden, beyond Kidron, where he was apprehended, how canst thou deny it? and wilt thou stand in it so confidently, that thou art not one of his disciples?

Johannes 18:26 In-Context

24 (Annas dan had Hem gebonden gezonden tot Kajafas, den hogepriester.)
25 En Simon Petrus stond en warmde zich. Zij zeiden dan tot hem: Zijt gij ook niet uit Zijn discipelen? Hij loochende het, en zeide: Ik ben niet.
26 Een van de dienstknechten des hogepriesters, die maagschap was van dengene, dien Petrus het oor afgehouwen had, zeide: Heb ik u niet gezien in den hof met Hem?
27 Petrus dan loochende het wederom. En terstond kraaide de haan.
28 Zij dan leidden Jezus van Kajafas in het rechthuis. En het was 's morgens vroeg; en zij gingen niet in het rechthuis, opdat zij niet verontreinigd zouden worden, maar opdat zij het pascha eten mochten.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.