Johannes 18:35

35 Pilatus antwoordde: Ben ik een Jood? Uw volk en de overpriesters hebben U aan mij overgeleverd; wat hebt Gij gedaan?

Johannes 18:35 Meaning and Commentary

John 18:35

Pilate answered, am I a Jew?
&c.] This he said, in a sort of derision and contempt; who was not a Jew, neither by birth, nor by religion, and so had never imbibed any notions of their King Messiah, nor read anything about him; and knew nothing of his distinguishing characters and properties, by which he was described, and might be known; and therefore it remained, that what he had said, though not expressed, was not of himself, of his own knowledge or observation, but arose from some intimations and suggestions the Jews had given him: thine own nation and the chief priests have delivered thee unto me;
that is, the men of his nation, his countrymen the Jews, who best understood their own laws and books of prophecy; and what expectations they had formed from thence, concerning their king, and his kingdom; and the principal of the priesthood, who were accounted men of the greatest learning, piety, and integrity, they had brought him bound before him; they had entered a charge against him, and had delivered him up into his hands, as an enemy to Caesar, and a traitor to his government: what hast thou done?
as an occasion of such treatment, and as the foundation of such a charge; surely there must be something in it, or men of such character would never impeach a man altogether innocent, and one of their own country too!

Johannes 18:35 In-Context

33 Pilatus dan ging wederom in het rechthuis, en riep Jezus, en zeide tot Hem: Zijt Gij de Koning der Joden?
34 Jezus antwoordde hem: Zegt gij dit van uzelven, of hebben het u anderen van Mij gezegd?
35 Pilatus antwoordde: Ben ik een Jood? Uw volk en de overpriesters hebben U aan mij overgeleverd; wat hebt Gij gedaan?
36 Jezus antwoordde: Mijn Koninkrijk is niet van deze wereld. Indien Mijn Koninkrijk van deze wereld ware, zo zouden Mijn dienaren gestreden hebben, opdat Ik den Joden niet ware overgeleverd; maar nu is Mijn Koninkrijk niet van hier.
37 Pilatus dan zeide tot Hem: Zijt Gij dan een Koning? Jezus antwoordde: Gij zegt, dat Ik een Koning ben. Hiertoe ben Ik geboren en hiertoe ben Ik in de wereld gekomen, opdat Ik der waarheid getuigenis geven zou. Een iegelijk, die uit de waarheid is, hoort Mijn stem.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.