Jozua 14:1

1 Dit is nu hetgeen de kinderen Israels geerfd hebben in het land Kanaan; hetwelk de priester Eleazar, en Jozua, de zoon van Nun, en de hoofden der vaderen van de stammen der kinderen Israels, hun hebben doen erven;

Jozua 14:1 Meaning and Commentary

Joshua 14:1

And these [are the countries] which the children of Israel
inherited in the land of Canaan
Of which an exact account is given in the following chapters, particularly in the ( Joshua 15:1-19:51 ) ;

which Eleazar the priest, and Joshua the son of Nun, and the heads of
the fathers of the tribes of the children of Israel, distributed for an
inheritance unto them;
namely, ten princes, one of each tribe, who, with Eleazar and Joshua, were appointed of the Lord by name to do this business, even seven years ago, before their entrance into the land of Canaan, ( Numbers 34:17-29 ) .

Jozua 14:1 In-Context

1 Dit is nu hetgeen de kinderen Israels geerfd hebben in het land Kanaan; hetwelk de priester Eleazar, en Jozua, de zoon van Nun, en de hoofden der vaderen van de stammen der kinderen Israels, hun hebben doen erven;
2 Door het lot hunner erfenis, gelijk als de HEERE door den dienst van Mozes geboden had, aangaande de negen stammen en den halven stam.
3 Want aan de twee stammen en den halven stam had Mozes een erfdeel gegeven op gene zijde van de Jordaan; maar aan de Levieten had hij geen erfdeel onder hen gegeven.
4 Want de kinderen van Jozef waren twee stammen, Manasse en Efraim; en aan de Levieten gaven zij geen deel in het land, maar steden om te bewonen, en derzelver voorsteden voor hun vee en voor hun bezitting.
5 Gelijk als de HEERE Mozes geboden had, alzo deden de kinderen Israels, en zij deelden het land.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.