Jozua 2:5

5 En het geschiedde, als men de poort zou sluiten, als het duister was, dat die mannen uitgingen; ik weet niet, waarheen die mannen gegaan zijn; jaagt hen haastelijk na, want gij zult ze achterhalen.

Jozua 2:5 Meaning and Commentary

Joshua 2:5

And it came to pass, [about the time] of the shutting of the
gate
Of the city, which was done every night, and at a certain time:

when it was dark;
the sun set, and night come on:

that the men went out;
out of her house, and out of the city too, as she said, though it was a downright lie, as well as what follows:

whither the men went I wot not;
though she knew they were not gone, but were now in her house; she might not scruple telling a lie, being brought up a Heathen, and being done with a design to save the lives of persons that belonged to a people she was persuaded were the people of God, and to whom he had given the land; though her lies are not to be justified; evil is not to be done that good may come; nor are men to tell lies one to another upon any account; but these sins, with others, the Lord forgave her:

pursue after them quickly, and ye shall overtake them;
this she encouraged them to do, to get rid of them the sooner, and to remove all suspicion of her having any respect for them, and of being concerned in concealing them.

Jozua 2:5 In-Context

3 Daarom zond de koning van Jericho tot Rachab, zeggende: Breng de mannen uit, die tot u gekomen zijn, die te uwen huize gekomen zijn; want zij zijn gekomen, om het ganse land te doorzoeken.
4 Maar die vrouw had die beide mannen genomen, en zij had hen verborgen; en zeide aldus: Er zijn mannen tot mij gekomen, maar ik wist niet, van waar zij waren.
5 En het geschiedde, als men de poort zou sluiten, als het duister was, dat die mannen uitgingen; ik weet niet, waarheen die mannen gegaan zijn; jaagt hen haastelijk na, want gij zult ze achterhalen.
6 Maar zij had hen op het dak doen klimmen, en zij had hen verstoken onder de vlasstoppelen, die van haar op het dak beschikt waren.
7 Die mannen nu jaagden hen na op den weg van de Jordaan, tot aan de veren; en men sloot de poort toe, nadat zij uitgegaan waren, die hen najaagden.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.