Jozua 21:3

3 Daarom gaven de kinderen Israels aan de Levieten van hun erfdeel, naar den mond des HEEREN, deze steden en de voorsteden derzelve.

Jozua 21:3 Meaning and Commentary

Joshua 21:3

And the children of Israel gave unto the Levites out of their
inheritance
Knowing full well there was such a command, made no objection to their motion, but freely gave them cities out of the portion of inheritance allotted to them; this they did

at the commandment of the Lord, and in obedience to it, even gave
these cities and suburbs;
after mentioned: this was done by the tribes themselves; as there were a certain number fixed by the commandment of God, they agreed among themselves how many and what cities should be given out of each tribe; and then lots were cast for them by Joshua, what and which cities should be appropriated to their several divisions, as the Kohathites that sprang from Aaron, and the rest of them that did not, and the Gershonites and Merarites, as follows.

Jozua 21:3 In-Context

1 Toen naderden de hoofden der vaderen van de Levieten tot Eleazar, den priester, en tot Jozua, den zoon van Nun, en tot de hoofden der vaderen van de stammen der kinderen Israels;
2 En zij spraken tot hen, te Silo, in het land Kanaan, zeggende: De HEERE heeft geboden door den dienst van Mozes, dat men ons steden te bewonen geven zou, en haar voorsteden voor onze beesten.
3 Daarom gaven de kinderen Israels aan de Levieten van hun erfdeel, naar den mond des HEEREN, deze steden en de voorsteden derzelve.
4 Toen ging het lot uit voor de huisgezinnen der Kahathieten; en voor de kinderen van Aaron, den priester, uit de Levieten, waren van den stam van Juda, en van den stam van Simeon, en van den stam van Benjamin, door het lot, dertien steden.
5 En aan de overgebleven kinderen van Kahath vielen, bij het lot, van de huisgezinnen van den stam van Efraim, en van den stam van Dan, en van den halven stam van Manasse, tien steden.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.