Jozua 21:5

5 En aan de overgebleven kinderen van Kahath vielen, bij het lot, van de huisgezinnen van den stam van Efraim, en van den stam van Dan, en van den halven stam van Manasse, tien steden.

Jozua 21:5 Meaning and Commentary

Joshua 21:5

And the rest of the children of Kohath
Which did not descend from him in the line of Amram and Aaron, but of Izhar, Hebron, and Uzziel, who were not priests, but Levites:

[had] by lot out of the families of the tribe of Ephraim, and out of
the tribe of Dan, and out of the half tribe of Manasseh, ten cities;
these other sort of Kohathites had their cities in tribes next to the other three where the Kohathites that were priests had theirs.

Jozua 21:5 In-Context

3 Daarom gaven de kinderen Israels aan de Levieten van hun erfdeel, naar den mond des HEEREN, deze steden en de voorsteden derzelve.
4 Toen ging het lot uit voor de huisgezinnen der Kahathieten; en voor de kinderen van Aaron, den priester, uit de Levieten, waren van den stam van Juda, en van den stam van Simeon, en van den stam van Benjamin, door het lot, dertien steden.
5 En aan de overgebleven kinderen van Kahath vielen, bij het lot, van de huisgezinnen van den stam van Efraim, en van den stam van Dan, en van den halven stam van Manasse, tien steden.
6 En aan den kinderen van Gerson, van de huisgezinnen van den stam van Issaschar, en van den stam van Aser, en van den stam van Nafthali, en van den halven stam van Manasse, in Bazan, bij het lot, dertien steden.
7 Aan de kinderen van Merari, naar hun huisgezinnen, van den stam van Ruben, en van den stam van Gad, en van den stam van Zebulon, twaalf steden.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.