Jozua 6:21

21 En zij verbanden alles, wat in de stad was, van den man tot de vrouw toe, van het kind tot den oude, en tot den os, en het klein vee, en den ezel, door de scherpte des zwaards.

Jozua 6:21 Meaning and Commentary

Joshua 6:21

And they utterly destroyed all that [was] in the city
All the inhabitants of it, by the direction of Joshua, and according to the order of the Lord, ( Deuteronomy 7:1 Deuteronomy 7:2 ) ; being guilty of capital crimes, which deserved death, as idolatry, incest

both men and women, young and old;
neither sex nor age were spared:

and ox, and sheep, and ass, with the edge of the sword;
in which creatures chiefly lay the substance of the eastern people; see ( Job 1:3 ) .

Jozua 6:21 In-Context

19 Maar al het zilver en goud, en de koperen en ijzeren vaten, zullen den HEERE heilig zijn; tot den schat des HEEREN zullen zij komen.
20 Het volk dan juichte, als zij met de bazuinen bliezen; en het geschiedde, als het volk het geluid der bazuin hoorde, zo juichte het volk met een groot gejuich; en de muur viel onder zich, en het volk klom in de stad, een ieder tegenover zich, en zij namen de stad in.
21 En zij verbanden alles, wat in de stad was, van den man tot de vrouw toe, van het kind tot den oude, en tot den os, en het klein vee, en den ezel, door de scherpte des zwaards.
22 Jozua nu zeide tot de twee mannen, de verspieders des lands: Gaat in het huis der vrouw, der hoer, en brengt die vrouw van daar uit, met al wat zij heeft, gelijk als gij haar gezworen hebt.
23 Toen gingen de jongelingen, de verspieders, daarin en brachten er Rachab uit, en haar vader, en haar moeder, en haar broeders, en al wat zij had; ook brachten zij uit al haar huisgezinnen, en zij stelden hen buiten het leger van Israel.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.