Klaagliederen 2:17

17 Ain. De HEERE heeft gedaan, wat Hij gedacht had, Hij heeft Zijn woord vervuld, dat Hij bevolen had van oude dagen; Hij heeft afgebroken en niet gespaard; en Hij heeft den vijand over u verblijd, Hij heeft den hoorn uwer tegenpartijders verhoogd.

Klaagliederen 2:17 Meaning and Commentary

Lamentations 2:17

The Lord hath done [that] which he had devised
It was not so much the Chaldeans that did it, though they ascribed it to themselves; but it was the Lord's doing, and what he had deliberately thought of, purposed and designed within himself; all whose purposes and devices certainly come to pass: he hath fulfilled his word that he had commanded in the days of old;
not only by the mouth of Jeremiah, years ago, or in the times of Isaiah, long before him; but even in the days of Moses; see ( Leviticus 26:17 ) , &c. ( Deuteronomy 28:20 ) So the Targum,

``which he commanded to Moses the prophet from ancient days, that if the children of Israel would not keep the commands of the Lord, he would take vengeance on them:''
he hath thrown down, and hath not pitied;
he hath thrown down, or caused to be thrown down, without any pity, the walls of Jerusalem; and not only the houses and palaces in it, but also his own house, the temple: and he hath caused [thine] enemy to rejoice over thee;
giving thorn victory, and putting all into their hands; on which they insulted them, and gloried over them: he hath set up the horn of thine adversaries;
increased their strength and power, their kingdom and authority; and which swelled their pride, and made them more haughty and insolent.

Klaagliederen 2:17 In-Context

15 Samech. Allen, die over weg gaan, klappen met de handen over u, zij fluiten en schudden hun hoofd over de dochter Jeruzalems, zeggende: Is dit die stad, waar men van zeide, dat zij volkomen van schoonheid was, een vreugde der ganse aarde?
16 Pe. Al uw vijanden sperren hun mond op over u, zij fluiten en knersen met de tanden, zij zeggen: Wij hebben haar verslonden; dit is immers de dag, dien wij verwacht hebben, wij hebben hem gevonden, wij hebben hem gezien.
17 Ain. De HEERE heeft gedaan, wat Hij gedacht had, Hij heeft Zijn woord vervuld, dat Hij bevolen had van oude dagen; Hij heeft afgebroken en niet gespaard; en Hij heeft den vijand over u verblijd, Hij heeft den hoorn uwer tegenpartijders verhoogd.
18 Tsade. Hun hart schreeuwde tot den Heere: O gij muur der dochter Sions, laat dag en nacht tranen afvlieten als een beek; geef uzelve geen rust, uw oogappel houde niet op!
19 Koph. Maak u op, maak geschrei des nachts in het begin der nachtwaken, stort uw hart uit voor het aangezicht des Heeren als water; hef uw handen tot Hem op voor de ziel uwer kinderkens, die in onmacht gevallen zijn van honger, vooraan op alle straten.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.