Leviticus 13:28

28 Maar indien de blaar in haar plaats staande zal blijven, noch in het vel uitgespreid, maar ingetrokken zal zijn, het is een gezwel van den brand; daarom zal de priester hem rein verklaren, want het is de roof van den brand.

Leviticus 13:28 Meaning and Commentary

Leviticus 13:28

And if the bright spot stay in his place, [and] spread not in
the skin
If, after being shut up, seven days, it appears that the spot is no larger than, when it was first viewed, but is as it was, and not at all increased: but it [be] somewhat dark;
either not so bright as it was, or more contracted: it [is] a rising of the burning;
or a swelling of it, a swelling which sprung from it, and nothing else: the priest shall pronounce him clean;
from the leprosy, and so set him at liberty to go where he will, and dwell and converse with men as usual: for it [is] an inflammation of the burning;
or an inflammation or blister occasioned by the burning, and no leprosy.

Leviticus 13:28 In-Context

26 Maar indien de priester die merken zal, dat, ziet, op de blaar geen wit haar is, en zij niet lager dan het vel, maar ingetrokken is, zo zal de priester hem zeven dagen opsluiten.
27 Daarna zal de priester hem op den zevenden dag bezien; indien zij gans uitgespreid is in het vel, zo zal de priester hem onrein verklaren; het is de plaag der melaatsheid.
28 Maar indien de blaar in haar plaats staande zal blijven, noch in het vel uitgespreid, maar ingetrokken zal zijn, het is een gezwel van den brand; daarom zal de priester hem rein verklaren, want het is de roof van den brand.
29 Verder, als in een man of vrouw een plaag zal zijn in het hoofd, of in den baard;
30 En de priester die plaag zal bezien hebben, dat, ziet, haar aanzien dieper is dan het vel, en geelachtig dun haar daarop is, zo zal de priester hem onrein verklaren; het is schurftheid, het is melaatsheid van het hoofd of van den baard.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.