Leviticus 13:26

26 Maar indien de priester die merken zal, dat, ziet, op de blaar geen wit haar is, en zij niet lager dan het vel, maar ingetrokken is, zo zal de priester hem zeven dagen opsluiten.

Leviticus 13:26 Meaning and Commentary

Leviticus 13:26

But if the priest look on it
On the hot burning and bright spot in it, in another person: and, behold, [there be] no white hair on the white spot, and it be no
lower than the [other] skin;
why the word "other" should be supplied I know not, any more than in ( Leviticus 13:21 ) ; but be somewhat dark; or "contracted", (See Gill on Leviticus 13:21); then the priest shall shut him up seven days;
as in the case of the burning boil or hot ulcer, as in ( Leviticus 13:21 ) .

Leviticus 13:26 In-Context

24 Of wanneer in het vel des vleses een vurige brand zal geweest zijn, en het gezonde van dien brand een witte roodachtige of witte blaar is;
25 En de priester die gezien zal hebben, dat, ziet, het haar op de blaar in wit veranderd is, en haar aanzien dieper is dan het vel; het is melaatsheid, door den brand is zij uitgebot; daarom zal hem de priester onrein verklaren; het is de plaag der melaatsheid.
26 Maar indien de priester die merken zal, dat, ziet, op de blaar geen wit haar is, en zij niet lager dan het vel, maar ingetrokken is, zo zal de priester hem zeven dagen opsluiten.
27 Daarna zal de priester hem op den zevenden dag bezien; indien zij gans uitgespreid is in het vel, zo zal de priester hem onrein verklaren; het is de plaag der melaatsheid.
28 Maar indien de blaar in haar plaats staande zal blijven, noch in het vel uitgespreid, maar ingetrokken zal zijn, het is een gezwel van den brand; daarom zal de priester hem rein verklaren, want het is de roof van den brand.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.