Leviticus 15:12

12 Ook het aarden vat, hetwelk hij, die den vloed heeft, zal aangeroerd hebben, zal gebroken worden; maar alle houten vat zal met water gespoeld worden.

Leviticus 15:12 Meaning and Commentary

Leviticus 15:12

And the vessel of earth that he toucheth which hath an issue
shall be broken
That it might not be made use of afterwards; which was ordered, that they might be careful what they touched who were in such circumstances: according to Gersom an earthen vessel received no uncleanness but from the middle, though he owns the law does not distinguish between the middle and the outside; wherefore Jarchi is of opinion, that if the back or outside of it was touched, it was unclean, and to be broken: and every vessel of wood shall be rinsed in water;
and after that be used: what should be the reason why an earthen vessel defiled by touching should be broken, and a wooden vessel defiled in the same way should not, but be rinsed and cleansed, when an earthen vessel might as well be rinsed and fit for use as that, is not easy to say; it depended upon the will of the lawgiver: according to Ainsworth, the one may signify the destruction of reprobate persons, the other the cleansing of penitent sinners.

Leviticus 15:12 In-Context

10 En al wie iets aanroert, dat onder hem zal geweest zijn, zal onrein zijn tot aan den avond; en die hetzelve draagt, zal zijn klederen wassen, en zich met water baden, en onrein zijn tot aan den avond.

11 Daartoe een ieder, wien hij, die den vloed heeft, zal aangeroerd hebben, zonder zijn handen met water gespoeld te hebben, die zal zijn klederen wassen, en zich met water baden, en onrein zijn tot aan den avond.

12 Ook het aarden vat, hetwelk hij, die den vloed heeft, zal aangeroerd hebben, zal gebroken worden; maar alle houten vat zal met water gespoeld worden.

13 Als hij nu, die den vloed heeft, van zijn vloed gereinigd zal zijn, zo zal hij tot zijn reiniging zeven dagen voor zich tellen, en zijn klederen wassen, en hij zal zijn vlees met levend water baden, zo zal hij rein zijn.

14 En op den achtsten dag zal hij voor zich twee tortelduiven of twee jonge duiven nemen; en zal voor het aangezicht des HEEREN, aan de deur van de tent der samenkomst komen, en zal ze den priester geven.