Leviticus 15:13

13 Als hij nu, die den vloed heeft, van zijn vloed gereinigd zal zijn, zo zal hij tot zijn reiniging zeven dagen voor zich tellen, en zijn klederen wassen, en hij zal zijn vlees met levend water baden, zo zal hij rein zijn.

Leviticus 15:13 Meaning and Commentary

Leviticus 15:13

And when he that hath an issue is cleansed of his issue
That is, it is ceased from him, as the Targum of Jonathan and Jarchi explain it; for otherwise, according to the ceremonial law, he was not yet cleansed, until he had done everything next prescribed; but when he perceived there was an entire stop put to his disorder: then he shall number to himself seven days for his cleansing;
by which time it would appear whether he was thoroughly rid of it or not; and these seven days, as Jarchi observes, must be seven pure days, quite free from pollution, and continued in a constant course, without interruption; for, as Gersom says, if he saw any impurity in anyone of these days it did not come into the account: nay, according to Maimonides F2, he must begin to number again from the day of the last appearance: and wash his clothes, and bathe his flesh in running water;
typical of the fountain opened in Christ to wash in for sin and uncleanness, even the fountain of his blood, which cleanses from all sin; and in which both the persons and garments of the saints are washed and made white: and shall be clean;
in a ceremonial sense; as all that are washed from their sins in the blood of Christ are clean in a spiritual and evangelical sense.


FOOTNOTES:

F2 Hilchot Mechosre Capharah, c. 3. sect. 1.

Leviticus 15:13 In-Context

11 Daartoe een ieder, wien hij, die den vloed heeft, zal aangeroerd hebben, zonder zijn handen met water gespoeld te hebben, die zal zijn klederen wassen, en zich met water baden, en onrein zijn tot aan den avond.
12 Ook het aarden vat, hetwelk hij, die den vloed heeft, zal aangeroerd hebben, zal gebroken worden; maar alle houten vat zal met water gespoeld worden.
13 Als hij nu, die den vloed heeft, van zijn vloed gereinigd zal zijn, zo zal hij tot zijn reiniging zeven dagen voor zich tellen, en zijn klederen wassen, en hij zal zijn vlees met levend water baden, zo zal hij rein zijn.
14 En op den achtsten dag zal hij voor zich twee tortelduiven of twee jonge duiven nemen; en zal voor het aangezicht des HEEREN, aan de deur van de tent der samenkomst komen, en zal ze den priester geven.
15 En de priester zal die bereiden, een ten zondoffer, en een ten brandoffer; zo zal de priester over hem voor het aangezicht des HEEREN, vanwege zijn vloed, verzoening doen.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.