Leviticus 4:13

13 Indien nu de gehele vergadering van Israel afgedwaald zal zijn, en de zaak voor de ogen der gemeente verborgen is, en zij iets gedaan zullen hebben tegen enige van allen geboden des HEEREN, dat niet zoude gedaan worden, en zijn schuldig geworden;

Leviticus 4:13 Meaning and Commentary

Leviticus 4:13

And if the whole congregation of Israel sin through
ignorance
That is, all Israel, or the greatest part of them, as Gersom interprets it, through the ignorant teaching of the judges, who by their instruction cause the people to err, and commit sins of ignorance, as Baal Hatturim on the place observes, and Maimonides elsewhere ^F7; wherefore Jarchi, and some others, by the congregation of Israel understand the sanhedrim, or the bench of judges, consisting of seventy one. Ainsworth remarks on the words, that the church may err:

and the thing be hid from the eyes of the assembly;
congregation or church, so that they do not know that it is a sin which they have committed:

and they have done [somewhat against] any of the commandments of
the Lord, [concerning things] which should not be done;
transgressed negative precepts:

and are guilty;
of sin, though as yet they know it not.

---

FOOTNOTES:

F7 Hilchot Shegagot, c. 12. sect. 1.

Leviticus 4:13 In-Context

11 Maar de huid van dien var, en al zijn vlees, met zijn hoofd en met zijn schenkelen, en zijn ingewand, en zijn mest;

12 En dien gehele var zal hij tot buiten het leger uitvoeren, aan een reine plaats, waar men de as uitstort, en zal hem met vuur op het hout verbranden; bij de uitgegoten as zal hij verbrand worden.

13 Indien nu de gehele vergadering van Israel afgedwaald zal zijn, en de zaak voor de ogen der gemeente verborgen is, en zij iets gedaan zullen hebben tegen enige van allen geboden des HEEREN, dat niet zoude gedaan worden, en zijn schuldig geworden;

14 En die zonde, die zij daartegen gezondigd zullen hebben, bekend is geworden; zo zal de gemeente een var, een jong rund, ten zondoffer offeren, en dien voor de tent der samenkomst brengen;

15 En de oudsten der vergadering zullen hun handen op het hoofd van den var leggen, voor het aangezicht des HEEREN; en hij zal den var slachten voor het aangezicht des HEEREN.