Lukas 20:14

14 Maar als de landlieden hem zagen, overleiden zij onder elkander, en zeiden: Deze is de erfgenaam; komt, laat ons hem doden, opdat de erfenis onze worde.

Lukas 20:14 Meaning and Commentary

Luke 20:14

But when the husbandmen saw him
In human nature, heard him preach, and observed the miracles done by him:

they reasoned among themselves;
as the Scribes and Pharisees, and elders of the people often did:

saying, this is the heir;
the heir of God, being his Son; and so the Ethiopic version; "this Son is his heir", or the heir of the vineyard; being, by appointment, heir of all things, and by his descent from David heir to the kingdom of Israel;

come, let us kill him, that the inheritance may be ours.
The Arabic and Persic versions render it, "and his inheritance shall be ours": the nation, city, temple, and all the emoluments and benefits thereof. The word "come" is left out in the Alexandrian copy, and in the Gothic and Vulgate Latin versions.

Lukas 20:14 In-Context

12 En wederom zond hij nog een derden; maar zij verwondden ook dezen, en wierpen hem uit.
13 En de heer des wijngaards zeide: Wat zal ik doen? Ik zal mijn geliefden zoon zenden; mogelijk dezen ziende, zullen zij hem ontzien.
14 Maar als de landlieden hem zagen, overleiden zij onder elkander, en zeiden: Deze is de erfgenaam; komt, laat ons hem doden, opdat de erfenis onze worde.
15 En als zij hem buiten den wijngaard uitgeworpen hadden, doodden zij hem. Wat zal dan de heer des wijngaards hun doen?
16 Hij zal komen en deze landlieden verderven, en zal den wijngaard aan anderen geven. En als zij dat hoorden, zeiden zij: Dat zij verre!
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.