Lukas 23:3

3 En Pilatus vraagde Hem, zeggende: Zijt Gij de Koning der Joden? En Hij antwoordde hem en zeide: Gij zegt het.

Lukas 23:3 Meaning and Commentary

Luke 23:3

And Pilate asked him, saying
Observing that it was said, he had given himself out to be a king; for as for what regarded religion, he took no notice of it; he put this question to him,

art thou the King of the Jews?
that their prophecies speak of, and they have expected;

and he answered him and said, thou sayest it;
that is, thou sayest well; it is as thou sayest, I am the King of the Jews; (See Gill on Matthew 27:11) though he did not leave this without an explanation; without informing him what sort of a king he was, and what kind of a kingdom he had; see ( John 18:36 John 18:37 ) which made Pilate perfectly easy, and desirous to release him, as appears by what follows.

Lukas 23:3 In-Context

1 En de gehele menigte van hen stond op, en leidde Hem tot Pilatus.
2 En zij begonnen Hem te beschuldigen, zeggende: Wij hebben bevonden, dat Deze het volk verkeert, en verbiedt den keizer schattingen te geven, zeggende, dat Hij Zelf Christus, de Koning is.
3 En Pilatus vraagde Hem, zeggende: Zijt Gij de Koning der Joden? En Hij antwoordde hem en zeide: Gij zegt het.
4 En Pilatus zeide tot de overpriesters en de scharen: Ik vind geen schuld in dezen Mens
5 En zij hielden te sterker aan, zeggende: Hij beroert het volk, lerende door geheel Judea, begonnen hebbende van Galilea tot hier toe.

Related Articles

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.