Lukas 23:4

4 En Pilatus zeide tot de overpriesters en de scharen: Ik vind geen schuld in dezen Mens

Lukas 23:4 Meaning and Commentary

Luke 23:4

Then said Pilate to the Chief priests, and to the people,
&c.] Both to the sanhedrim, and to the mob that were gathered together about the governor's palace on this occasion; and who were standing without the judgment hall, into which they would not enter, lest they should be defiled, and be unfit to eat the passover: wherefore Pilate came out to them; and this was the second time of his coming out to them, when he said the following words, ( John 18:28 John 18:38 ) .

I find no fault in this man;
no cause, or reason, why any punishment should be inflicted on him, and especially he be put to death; no crime that can be fastened on him, or accusation proved against him, or any thing that amounts to a charge of sedition: the man is an harmless and innocent man, that has done nothing against Caesar, or the government, and good of the nation; and therefore is not worthy of death, or of stripes, but should be discharged. This was Pilate's sense.

Lukas 23:4 In-Context

2 En zij begonnen Hem te beschuldigen, zeggende: Wij hebben bevonden, dat Deze het volk verkeert, en verbiedt den keizer schattingen te geven, zeggende, dat Hij Zelf Christus, de Koning is.

3 En Pilatus vraagde Hem, zeggende: Zijt Gij de Koning der Joden? En Hij antwoordde hem en zeide: Gij zegt het.

4 En Pilatus zeide tot de overpriesters en de scharen: Ik vind geen schuld in dezen Mens

5 En zij hielden te sterker aan, zeggende: Hij beroert het volk, lerende door geheel Judea, begonnen hebbende van Galilea tot hier toe.

6 Als nu Pilatus van Galilea hoorde, vraagde hij, of die Mens een Galileer was?