Lukas 5:34

34 Doch Hij zeide tot hen: Kunt gij de bruiloftskinderen, terwijl de Bruidegom bij hen is, doen vasten?

Lukas 5:34 Meaning and Commentary

Luke 5:34

And he said unto them
The disciples of John, or the Scribes and Pharisees:

can ye make the children of the bride chamber fast, while the
bridegroom is with them?
signifying, that he was the bridegroom, and his disciples the children of the bride chamber; and that as it is unreasonable to expect, and morally impossible, that persons, attending the festivals of a nuptial solemnity, should be engaged in severe fastings; so it was not to be thought, that whilst Christ was corporeally present with his disciples, that they should be prevailed upon to live such an austere and mortified life.

Lukas 5:34 In-Context

32 Ik ben niet gekomen om te roepen rechtvaardigen, maar zondaren tot bekering.
33 En zij zeiden tot Hem: Waarom vasten de discipelen van Johannes dikmaals, en doen gebeden, desgelijks ook de discipelen der Farizeen, maar de Uwe eten en drinken?
34 Doch Hij zeide tot hen: Kunt gij de bruiloftskinderen, terwijl de Bruidegom bij hen is, doen vasten?
35 Maar de dagen zullen komen, wanneer de Bruidegom van hen zal weggenomen zijn, dan zullen zij vasten in die dagen.
36 En Hij zeide ook tot hen een gelijkenis: Niemand zet een lap van een nieuw kleed op een oud kleed; anders zo scheurt ook dat nieuwe het oude, en de lap van het nieuwe komt met het oude niet overeen.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.