Lukas 7:31

31 En de Heere zeide: Bij wien zal Ik dan de mensen van dit geslacht vergelijken, en wien zijn zij gelijk?

Lukas 7:31 Meaning and Commentary

Luke 7:31

And the Lord said
This clause is not in the Syriac, Arabic, Persic, and Ethiopic versions, nor in some copies, nor in Beza's most ancient copy; and being omitted, more clearly shows, that the two former verses are the words of Christ, and not an observation the evangelist makes, on the different behaviour of Christ's hearers, upon the commendation he had given of John:

whereunto then shall I liken the men of this generation;
or "to what men shall I liken them", as the Persic version: the phrase "men of this generation", is Rabbinical; so (yvwa awhh ard) , the men of that "generation", are more beautiful in work than these, says the Targumist on ( Ecclesiastes 7:11 ) . "And to what are they like?" To that which follows.

Lukas 7:31 In-Context

29 En al het volk, Hem horende, en de tollenaars, die met den doop van Johannes gedoopt waren, rechtvaardigden God.
30 Maar de Farizeen en de wetgeleerden hebben den raad Gods tegen zichzelven verworpen, van hem niet gedoopt zijnde.
31 En de Heere zeide: Bij wien zal Ik dan de mensen van dit geslacht vergelijken, en wien zijn zij gelijk?
32 Zij zijn gelijk aan de kinderen, die op de markt zitten, en elkander toeroepen, en zeggen: Wij hebben u op de fluit gespeeld, en gij hebt niet gedanst; wij hebben u klaagliederen gezongen, en gij hebt niet geweend.
33 Want Johannes de Doper is gekomen, noch brood etende, noch wijn drinkende; en gij zegt: Hij heeft den duivel.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.