Lukas 8:39

39 Keer weder naar uw huis, en vertel, wat grote dingen u God gedaan heeft. En hij ging heen door de gehele stad, verkondigende, wat grote dingen Jezus hem gedaan had.

Lukas 8:39 Meaning and Commentary

Luke 8:39

Return to thine own house
Which very likely was in the city of Gadara, whither he went, and throughout the whole of which he published the account of the dispossession of the devils from him: Mark adds, "to thy friends"; relations, acquaintance, and countrymen:

and show how great things God hath done unto thee;
for none but God could effect such things, tacitly suggesting to him hereby, that he himself was God. Mark adds, "and hath had compassion on thee": signifying, that what he had done for him, did not arise from merit in the man, but from mercy in himself; (See Gill on Mark 5:19).

And he went his way;
he obeyed the orders of Christ, as love and gratitude obliged him:

and published throughout the whole city;
of Gadara, and not only there, but in the rest of the ten cities, called Decapolis, ( Mark 5:20 ) one of which was this of Gadara, as Pliny relates ^F15:

how great things Jesus had done unto him;
having cast out a legion of devils from him, clothed him, and brought him to his right mind; and had not only delivered his body from a diabolical possession, but had given him spiritual and saving instructions for his soul, on which he had wrought a real work of grace.

---

FOOTNOTES:

F15 Lib. 5. c. 18.

Lukas 8:39 In-Context

37 En de gehele menigte van het omliggende land der Gadarenen baden Hem, dat Hij van hen wegging; want zij waren met grote vreze bevangen. En Hij, in het schip gegaan zijnde, keerde wederom.

38 En de man, van welken de duivelen uitgevaren waren, bad Hem, dat hij mocht bij Hem zijn. Maar Jezus liet hem van Zich gaan, zeggende:

39 Keer weder naar uw huis, en vertel, wat grote dingen u God gedaan heeft. En hij ging heen door de gehele stad, verkondigende, wat grote dingen Jezus hem gedaan had.

40 En het geschiedde, als Jezus wederkeerde, dat Hem de schare ontving; want zij waren allen Hem verwachtende.

41 En ziet, er kwam een man, wiens naam was Jairus, en hij was een overste der synagoge; en hij viel aan de voeten van Jezus, en bad Hem, dat Hij in zijn huis wilde komen.