Markus 10:35

35 En tot Hem kwamen Jakobus en Johannes, de zonen van Zebedeus, zeggende: Meester! wij wilden wel, dat Gij ons deedt, zo wat wij begeren zullen.

Markus 10:35 Meaning and Commentary

Mark 10:35

And James, and John, the sons of Zebedee, came unto him,
&c.] Along with their mother, who was their mouth, and spoke for them, and they by her:

saying, master, we would that thou shouldst do for us whatsoever we
shall desire:
that is, we earnestly desire, that whereas we have a favour to ask of thee, that thou wouldst not deny us it, be it what it will; (See Gill on Matthew 20:20).

Markus 10:35 In-Context

33 Zeggende: Ziet, wij gaan op naar Jeruzalem, en de Zoon des mensen zal den overpriesteren, en den Schriftgeleerden overgeleverd worden, en zij zullen Hem ter dood veroordelen, en Hem den heidenen overleveren;
34 En zij zullen Hem bespotten, en Hem geselen, en Hem bespuwen, en Hem doden; en ten derden dage zal Hij weder opstaan.
35 En tot Hem kwamen Jakobus en Johannes, de zonen van Zebedeus, zeggende: Meester! wij wilden wel, dat Gij ons deedt, zo wat wij begeren zullen.
36 En Hij zeide tot hen: Wat wilt gij, dat Ik u doe?
37 En zij zeiden tot Hem: Geef ons, dat wij mogen zitten, de een aan Uw rechter hand, en de ander aan Uw linker hand in Uw heerlijkheid.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.