Markus 10:36

36 En Hij zeide tot hen: Wat wilt gij, dat Ik u doe?

Markus 10:36 Meaning and Commentary

Mark 10:36

And he said unto them
And also to their mother, and to them by her, what

would ye that I should do for you?
Christ insists upon their telling him the particular thing they wanted to have done for them, before he would give them any promise, though he knew very well what it was they were desirous of.

Markus 10:36 In-Context

34 En zij zullen Hem bespotten, en Hem geselen, en Hem bespuwen, en Hem doden; en ten derden dage zal Hij weder opstaan.
35 En tot Hem kwamen Jakobus en Johannes, de zonen van Zebedeus, zeggende: Meester! wij wilden wel, dat Gij ons deedt, zo wat wij begeren zullen.
36 En Hij zeide tot hen: Wat wilt gij, dat Ik u doe?
37 En zij zeiden tot Hem: Geef ons, dat wij mogen zitten, de een aan Uw rechter hand, en de ander aan Uw linker hand in Uw heerlijkheid.
38 Maar Jezus zeide tot hen: Gij weet niet, wat gij begeert. Kunt gij den drinkbeker drinken, dien Ik drink, en met den doop gedoopt worden, daar Ik mede gedoopt word?
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.