Markus 10:37

37 En zij zeiden tot Hem: Geef ons, dat wij mogen zitten, de een aan Uw rechter hand, en de ander aan Uw linker hand in Uw heerlijkheid.

Markus 10:37 Meaning and Commentary

Mark 10:37

They said unto him
By their mother, or seconding her motion:

grant unto us that we may sit, one on thy right hand, and the other
on thy left hand, in thy glory;
or glorious kingdom, which they expected would be quickly set up; and which they might conclude from his having lately promised to all the twelve, that when he should sit on his throne, they should sit on twelve thrones, judging the twelve tribes of Israel; and from his having just now mentioned his rising from the dead, which they might understand of some revival, or breaking forth of this glorious state; (See Gill on Matthew 20:21).

Markus 10:37 In-Context

35 En tot Hem kwamen Jakobus en Johannes, de zonen van Zebedeus, zeggende: Meester! wij wilden wel, dat Gij ons deedt, zo wat wij begeren zullen.
36 En Hij zeide tot hen: Wat wilt gij, dat Ik u doe?
37 En zij zeiden tot Hem: Geef ons, dat wij mogen zitten, de een aan Uw rechter hand, en de ander aan Uw linker hand in Uw heerlijkheid.
38 Maar Jezus zeide tot hen: Gij weet niet, wat gij begeert. Kunt gij den drinkbeker drinken, dien Ik drink, en met den doop gedoopt worden, daar Ik mede gedoopt word?
39 En zij zeiden tot Hem: Wij kunnen. Doch Jezus zeide tot hen: Den drinkbeker, dien Ik drink, zult gij wel drinken, en met den doop gedoopt worden, daar Ik mede gedoopt word;
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.