Markus 10:42

42 Maar Jezus, het tot Zich geroepen hebbende, zeide tot hen: Gij weet, dat degenen, die geacht worden oversten te zijn der volken, heerschappij voeren over hen, en hun groten gebruiken macht over hen.

Markus 10:42 Meaning and Commentary

Mark 10:42

But Jesus called them to him
Who were at some little distance from him, though so nigh, that he could discern the heat and passion they were in, and knowing that they had the same ambitious views with the two brethren:

and saith unto them,
to check their pride and vanity and reprove them for their ambitious desires of superiority and pre-eminence over, one another; by showing them that this was a part which the Heathens that knew not God acted and therefore was very unbecoming them:

you know that they which are accounted,
or "seem to" or rather "do",

rule over the Gentiles;
or are reckoned worthy of government who are, (Mybwvx) , men of honour, reputation, and esteem; who are either by birth or merit thought to be deserving of high places: these

exercise lordship over them;
rule over them in a lordly tyrannical and arbitrary way:

and their great ones;
their nobles and lords under them

exercise authority over them;
the Gentiles; by a delegated power from those who have the supreme rule; (See Gill on Matthew 20:25).

Markus 10:42 In-Context

40 Maar het zitten tot Mijn rechter hand en tot Mijn linker hand staat bij Mij niet te geven; maar het zal gegeven worden dien het bereid is.

41 En als de andere tien dit hoorden, begonnen zij het van Jakobus en Johannes zeer kwalijk te nemen.

42 Maar Jezus, het tot Zich geroepen hebbende, zeide tot hen: Gij weet, dat degenen, die geacht worden oversten te zijn der volken, heerschappij voeren over hen, en hun groten gebruiken macht over hen.

43 Doch alzo zal het onder u niet zijn; maar zo wie onder u groot zal willen worden, die zal uw dienaar zijn.

44 En zo wie van u de eerste zal willen worden, die zal aller dienstknecht zijn.