Markus 14:25

25 Voorwaar, Ik zeg u, dat Ik niet meer zal drinken van de vrucht des wijnstoks, tot op dien dag, wanneer Ik dezelve nieuw zal drinken in het Koninkrijk Gods.

Markus 14:25 Meaning and Commentary

Mark 14:25

Verily I say unto you
This seems, to have been said after the eating of the passover, according to ( Luke 22:18 ) , but was, in reality, not till after the Lord's supper was ended, and the last cup was drank, which was wont to be drank at the passover: I will drink no more of the fruit of the vine;
that is, wine, until that day that I drink it new;
in a figurative and mystical sense; by which are meant the joys of heaven: in the kingdom of God;
Father, Son, and Spirit, upon the general resurrection of the dead, when the kingdom of the Mediator will be delivered up, and there will be no distinction of government; but God, Father, Son, and Spirit, will be all in all, and shall reign in the saints, and they with them, to all eternity; (See Gill on Matthew 26:29).

Markus 14:25 In-Context

23 En Hij nam den drinkbeker, en gedankt hebbende, gaf hun dien; en zij dronken allen uit denzelven.

24 En Hij zeide tot hen: Dat is Mijn bloed, het bloed des Nieuwen Testaments, hetwelk voor velen vergoten wordt.

25 Voorwaar, Ik zeg u, dat Ik niet meer zal drinken van de vrucht des wijnstoks, tot op dien dag, wanneer Ik dezelve nieuw zal drinken in het Koninkrijk Gods.

26 En als zij den lofzang gezongen hadden, gingen zij uit naar den Olijfberg.

27 En Jezus zeide tot hen: Gij zult in dezen nacht allen aan Mij geergerd worden; want er is geschreven: Ik zal den Herder slaan, en de schapen zullen verstrooid worden.