Mattheüs 12:46

46 En als Hij nog tot de scharen sprak, ziet, Zijn moeder en broeders stonden buiten, zoekende Hem te spreken.

Mattheüs 12:46 Meaning and Commentary

Matthew 12:46

While he yet talked to the people
Upon these subjects, which so nearly concerned the Scribes and Pharisees, and which could not fail of drawing upon him their resentment and ill will.

Behold his mother and his brethren:
by "his mother" is meant Mary; but who are "his brethren", is not so easy to say: some are of opinion, that Joseph had children by Mary, who are here meant; but it is more generally believed, that these were either the sons of Joseph by a former wife, whose name is said to be Escha; or rather, Mary's sister's sons, the wife of Cleophas, the cousin-germans of Christ, it being usual with the Jews to call such kindred brethren; and so they might be James, Joses, Simon, and Judas: these

stood without:
for Christ was within doors, not in a synagogue, as Piscator thought, but in an house; see ( Matthew 13:1 ) and his mother and brethren stood without doors, either because they could not get in for the throng of the people; or because they would not, it not being proper to make all within acquainted with what they had to say to him:

desiring to speak with him;
not with a pure view to interrupt him in his work, or to divert him from it, lest he should overspend himself; nor from a principle of ambition and vain glory, to show that they were related to him, and that he was at their beck and command; but rather, to observe unto him the danger he exposed himself to, by the freedom he took with the Pharisees in his discourses, and probably to acquaint him with some conspiracies formed against him.

Mattheüs 12:46 In-Context

44 Dan zegt hij: Ik zal wederkeren in mijn huis, van waar ik uitgegaan ben; en komende, vindt hij het ledig, met bezemen gekeerd en versierd.
45 Dan gaat hij heen en neemt met zich zeven andere geesten, bozer dan hijzelf, en ingegaan zijnde, wonen zij aldaar; en het laatste van denzelven mens wordt erger dan het eerste. Alzo zal het ook met dit boos geslacht zijn.
46 En als Hij nog tot de scharen sprak, ziet, Zijn moeder en broeders stonden buiten, zoekende Hem te spreken.
47 En iemand zeide tot Hem: Zie, Uw moeder en Uw broeders staan daar buiten, zoekende U te spreken.
48 Maar Hij, antwoordende, zeide tot dengene die Hem dat zeide: Wie is Mijn moeder, en wie zijn Mijn broeders?
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.