Micha 3:6

6 Daarom zal het nacht voor ulieden worden vanwege het gezicht, en ulieden zal duisternis zijn vanwege de waarzegging; en de zon zal over deze profeten ondergaan; en de dag zal over hen zwart worden.

Micha 3:6 Meaning and Commentary

Micah 3:6

Therefore night [shall be] unto you, that ye shall not have a
vision
Not that those outward gifts and illuminations, and that prophetic light they had, or seemed to have should be taken away from them, and it should be quite a night with them; because these men were never sent of God, or received any message from him, or had any prophetic talents at all, and therefore could not be taken away from them, and they be benighted in this sense; though, it is true, such might be the circumstances they would be brought into, that it should appear to the people that they are the dark persons they were, that they have no vision, nor never had any; but rather the sense is, that such dark providences and dreadful calamities should come upon the people in general, and upon those prophets in particular, often signified by "night" in Scripture, that they would not have the face to pretend any more that they had any vision from God of good times and things. It may be rendered, "therefore night [shall be] unto you because of vision" ^F3; calamity should come upon them because of their false and pretended visions of peace and prosperity they deluded the people with: and it shall be dark unto you, that ye shall not divine;
such darkness of affliction should be upon them, that they would not offer to deliver out any divination or prediction of good things coming upon them; or such darkness and distress would be their portion "because of divination" ^F4, on account of their lying divinations they had imposed upon the people: and the sun shall go down over the prophets, and the day shall be dark
over them;
their time of prosperity will be over, and they shall be no more in favour with the people, or courted and feasted by them; but shall be had in the utmost contempt and abhorrence. The Targum of the whole is,

``therefore ye shall blush at prophesying, and be ashamed of teaching; and tribulation as darkness shall cover the false prophets, and the time shall be darkened upon them.''

---

FOOTNOTES:

F3 (Nwzxm) "propter visionem", Munster, Piscator.
F4 (Mwoqm) "propter divinationem", Munster; "propter divinare, i. e. divinationem", Vatablus; "prae visione----prae divinatione", Burkius.

Micha 3:6 In-Context

4 Alsdan zullen zij roepen tot den HEERE, doch Hij zal hen niet verhoren; maar zal Zijn aangezicht te dier tijd voor hen verbergen, gelijk als zij hun handelingen kwaad gemaakt hebben.

5 Alzo zegt de HEERE, tegen de profeten, die Mijn volk verleiden; die met hun tanden bijten, en roepen vrede uit; maar die niets geeft in hun mond, tegen dien zo heiligen zij een krijg.

6 Daarom zal het nacht voor ulieden worden vanwege het gezicht, en ulieden zal duisternis zijn vanwege de waarzegging; en de zon zal over deze profeten ondergaan; en de dag zal over hen zwart worden.

7 En de zieners zullen beschaamd, en de waarzeggers schaamrood worden; en zij zullen al te zamen de bovenste lip bewimpelen; want er zal geen antwoord Gods zijn.

8 Maar waarlijk, ik ben vol krachts van den Geest des HEEREN; en vol van gericht en dapperheid, om Jakob te verkondigen zijn overtreding, en Israel zijn zonde.