Nehemia 11:8

8 En na hem Gabbai, Sallai; negenhonderd acht en twintig.

Nehemia 11:8 Meaning and Commentary

Nehemiah 11:8

And after him
That is, Sallu: were Gabbai and Sallai; in all nine hundred and twenty eight; there were more of the tribe of Benjamin than of the tribe of Judah, they having perhaps a greater share in the city, or were better disposed to dwell in it.

Nehemia 11:8 In-Context

6 Alle kinderen van Perez, die te Jeruzalem woonden, waren vierhonderd acht en zestig dappere mannen.
7 En dit zijn de kinderen van Benjamin: Sallu, de zoon van Mesullam, den zoon van Joed, den zoon van Pedaja, den zoon van Kolaja, den zoon van Maaseja, den zoon van Ithiel, den zoon van Jesaja;
8 En na hem Gabbai, Sallai; negenhonderd acht en twintig.
9 En Joel, de zoon van Zichri, was opziener over hen; en Juda, de zoon van Senua, was de tweede over de stad.
10 Van de priesteren: Jedaja, de zoon van Jojarib, Jachin;
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.