Nehemia 13:8

8 En het mishaagde mij zeer; zo wierp ik al het huisraad van Tobia buiten, uit de kamer.

Nehemia 13:8 Meaning and Commentary

Nehemiah 13:8

And it grieved me sore
That such a sacred place should be converted to common use, and to that of an Heathen, and of an enemy to the Jews and their religion:

therefore I cast forth all the household stuff of Tobiah out of the
chamber;
as being chief magistrate, and acting by commission under the king of Persia, and to regulate everything amiss, according to the Jewish laws, as well as those of the king, his power being, no doubt, as large as Ezra's, ( Ezra 7:25 Ezra 7:26 ) , by "household stuff" is meant what is movable in the house, as chairs, tables, vessels for dressing, caring, drinking there are various opinions about this with the ancients {e}.


FOOTNOTES:

F5 Vid. Alex. ab Alex. Genial. Dier. l. 1. c. 19.

Nehemia 13:8 In-Context

6 Doch in dit alles was ik niet te Jeruzalem; want in het twee en dertigste jaar van Arthahsasta, koning van Babel, kwam ik tot den koning; maar ten einde van sommige dagen verkreeg ik weder verlof van den koning.
7 En ik kwam te Jeruzalem, en verstond van het kwaad, dat Eljasib voor Tobia gedaan had, makende hem een kamer in de voorhoven van Gods huis.
8 En het mishaagde mij zeer; zo wierp ik al het huisraad van Tobia buiten, uit de kamer.
9 Voorts gaf ik bevel, en zij reinigden de kameren; en ik bracht daar weder in de vaten van Gods huis, met het spijsoffer en den wierook.
10 Ook vernam ik, dat der Levieten deel hun niet gegeven was; zodat de Levieten en de zangers, die het werk deden, gevloden waren, een iegelijk naar zijn akker.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.