Numberi 13:27

27 En zij vertelden hem, en zeiden: Wij zijn gekomen tot dat land, waarheen gij ons gezonden hebt; en voorwaar, het is van melk en honig vloeiende, en dit is zijn vrucht.

Numberi 13:27 Meaning and Commentary

Numbers 13:27

And they told him
Moses, who was the chief ruler whom they addressed, and to whom they directed their speech:

and said, we came unto the land whither thou sentest us;
the land of Canaan, which they were sent by Moses to spy; this was said by ten of them or by one of them as their mouth; for Caleb and Joshua did not join with them in the following account, as appears from ( Numbers 13:30 ) ;

and surely it floweth with milk and honey;
they own that the land answered to the description which the Lord had given of it when it was promised them by him, ( Exodus 3:8 ) ;

and this [is] the fruit of it;
pointing to the bunch of grapes, the pomegranates and figs; not that these were a proof of its flowing with milk and honey, at least in a literal sense, but of the goodness and fruitfulness of the land: though the luxury of Bacchus, the god of wine, is by the poet F13 described, not only by a fountain of wine, but by rivers of milk and flows of honey.


FOOTNOTES:

F13 "Vinique fontem" Horat. Carmin. l. 2. Ode 19.

Numberi 13:27 In-Context

25 Daarna keerden zij weder van het verspieden des lands, ten einde van veertig dagen.
26 En zij gingen heen, en kwamen tot Mozes en tot Aaron, en tot de gehele vergadering der kinderen Israels, in de woestijn Paran, naar Kades; en brachten bescheid weder aan hen, en aan de gehele vergadering, en lieten hen de vrucht des lands zien.
27 En zij vertelden hem, en zeiden: Wij zijn gekomen tot dat land, waarheen gij ons gezonden hebt; en voorwaar, het is van melk en honig vloeiende, en dit is zijn vrucht.
28 Behalve dat het een sterk volk is, hetwelk in dat land woont, en de steden zijn vast, en zeer groot; en ook hebben wij daar kinderen van Enak gezien.
29 De Amalekieten wonen in het land van het zuiden; maar de Hethieten, en de Jebusieten, en de Amorieten wonen op het gebergte; en de Kanaanieten wonen aan de zee, en aan den oever van de Jordaan.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.