Numberi 16:2

2 En zij stonden op voor het aangezicht van Mozes, mitsgaders tweehonderd en vijftig mannen uit de kinderen Israels, oversten der vergadering, de geroepenen der samenkomst, mannen van naam.

Numberi 16:2 Meaning and Commentary

Numbers 16:2

And they rose up before Moses
To his face, openly and publicly, in a bold and audacious manner; with impudence, as the Targum of Jonathan:

with certain of the children of Israel;
some out of the several tribes, but perhaps chiefly of the tribe of Reuben, as Jarchi:

two hundred and fifty princes of the assembly;
or "congregation" F9, who were princes in the several tribes to which they belonged, heads of houses and families of their fathers, rulers of thousands, hundreds, &c.

famous in the congregation;
or "called" F11 to the tabernacle of the congregation; who, when the great men among the people were gathered together to consult about any affair, were called, as Ben Melech observes:

men of renown,
or "of name" F12; in high esteem among the people for their birth and rank, their wealth and riches, wisdom and prudence; and were so before they came out of Egypt, as Aben Ezra remarks; so that the persons concerned in this rebellion were not the mob and dregs of the people, but men of the greatest figure and fame, and therefore was likely to be of bad consequence.


FOOTNOTES:

F9 (hde) "congregationis", Pagninus.
F11 (yarq) "vocati", Montanus, Drusius.
F12 (Mv yvna) "viri nominis", Montanus, Drusius.

Numberi 16:2 In-Context

1 Korach nu, de zoon van Jizhar, zoon van Kohath, zoon van Levi, nam tot zich zo Dathan als Abiram, zonen van Eliab, en On, den zoon van Peleth, zonen van Ruben.
2 En zij stonden op voor het aangezicht van Mozes, mitsgaders tweehonderd en vijftig mannen uit de kinderen Israels, oversten der vergadering, de geroepenen der samenkomst, mannen van naam.
3 En zij vergaderden zich tegen Mozes, en tegen Aaron, en zeiden tot hen: Het is te veel voor u, want deze ganse vergadering, zij allen, zijn heilig, en de HEERE is in het midden van hen; waarom dan verheft gijlieden u over de gemeente des HEEREN?
4 Als Mozes dit hoorde, zo viel hij op zijn aangezicht.
5 En hij sprak tot Korach, en tot zijn ganse vergadering, zeggende: Morgen vroeg dan zal de HEERE bekend maken, wie de Zijne, en de heilige is, dien Hij tot Zich zal doen naderen; en wien Hij verkoren zal hebben, dien zal Hij tot Zich doen naderen.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.