35
Dit zijn de zonen van Efraim, naar hun geslachten: van Sutelah het geslacht der Sutelahieten; van Becher het geslacht der Becherieten; van Tahan het geslacht der Tahanieten.
Ver. 35-37. These are the sons of Ephrain, after their families, &c.] Which were but three, the Shuthalhite, the Bachrite, and the Tahanite, only from the former sprung another family, called the Eranite; the number of the whole was 32,500; there was a decrease in this tribe of 8000.
33
Doch Zelafead, de zoon van Hefer, had geen zonen, maar dochters; en de namen der dochteren van Zelafead waren: Machla en Noa, Hogla, Milka en Tirza.
34
Dat zijn de geslachten van Manasse: en hun getelden waren twee en vijftig duizend en zevenhonderd.
35
Dit zijn de zonen van Efraim, naar hun geslachten: van Sutelah het geslacht der Sutelahieten; van Becher het geslacht der Becherieten; van Tahan het geslacht der Tahanieten.
36
En dit zijn de zonen van Sutelah; van Eran het geslacht der Eranieten.
37
Dat zijn de geslachten der zonen van Efraim, naar hun getelden: twee en dertig duizend en vijfhonderd. Dat zijn de zonen van Jozef, naar hun geslachten.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.