Numberi 29:13

13 En gij zult een brandoffer ten vuuroffer offeren, ten liefelijken reuk den HEERE: dertien jonge varren, twee rammen, veertien eenjarige lammeren; zij zullen volkomen zijn;

Numberi 29:13 Meaning and Commentary

Ver. 13-34. And ye shall offer a burnt offering
That is, on the first of the seven days, which was as follows:

thirteen young bullocks, two rams, and fourteen lambs of the first
year, they shall be without blemish;
a very large sacrifice indeed, for these were offered besides one kid of the goats, for a sin offering, and the two lambs of the daily sacrifice, which were not omitted on account of this extraordinary offering; so that there were no less than thirty two animals sacrificed on this day: the meat and drink offerings for each, according to the kind of them, were as usual, and as before frequently observed; and the same sacrifices, meat offerings, and drink offerings, were offered on the six following days of the feast, only with this difference, that there was one bullock less every day; which it is thought may denote the decrease of sin in the people, and so an increase of holiness, or rather the gradual waxing old and vanishing away of the ceremonial law, and the sacrifices of it; and these bullocks ending in the number seven, which is a number may lead us to think of the great sacrifice these all typified, whereby Christ has perfected them that are sanctified.

Numberi 29:13 In-Context

11 Een geitenbok ten zondoffer, behalve het zondoffer der verzoeningen, en het gedurig brandoffer; en zijn spijsoffer, met hun drankofferen.

12 Insgelijks op den vijftienden dag dezer zevende maand, zult gij een heilige samenroeping hebben; geen dienstwerk zult gij doen; maar zeven dagen zult gij den HEERE een feest vieren.

13 En gij zult een brandoffer ten vuuroffer offeren, ten liefelijken reuk den HEERE: dertien jonge varren, twee rammen, veertien eenjarige lammeren; zij zullen volkomen zijn;

14 En hun spijsoffer van meelbloem, met olie gemengd: drie tienden tot een var, tot die dertien varren toe; twee tienden tot een ram, onder die twee rammen;

15 En tot elke een tiende tot een lam, tot die veertien lammeren toe;