Numberi 8:12

12 En de Levieten zullen hun handen op het hoofd der varren leggen; daarna bereidt gij een ten zondoffer, en een ten brandoffer den HEERE, om over de Levieten verzoening te doen.

Numberi 8:12 Meaning and Commentary

Numbers 8:12

And the Levites shall lay their hands on the heads of the
bullocks
Or "on the head" F19; on the head of everyone of them, as Aben Ezra, thereby, as it were, transferring their sins to them, for these were to make atonement for them, as the latter part of the verse shows; and this was a figure of the imputation of sin to Christ, and taught that doctrine, and led the faith of the offerers to the sin bearing and sin atoning Saviour:

and thou shall offer the one [for] a sin offering, and the other [for]
a burnt offering, unto the Lord;
that is, shall order to be offered; for not Moses, but Aaron, offered these offerings, as Aben Ezra observes, of which this is a proof, that Aaron is said to make the atonement for them, ( Numbers 8:21 ) , for which purpose these sacrifices were offered, particularly the first; and the latter by way of thanksgiving for atonement made by the former: so it follows,

to make an atonement for the Levites;
who could not be admitted to service until their sins were expiated; as no man is worthy to be employed in the work of God, but such for whom reconciliation for their sins is made by the blood and sacrifice of Christ, by which they are purged from dead works to serve the living God.


FOOTNOTES:

F19 (var le) "super caput", Tigurine version. Pagninus, Montanus, Junius & Tremellius.

Numberi 8:12 In-Context

10 Ja, gij zult de Levieten voor het aangezicht des HEEREN doen naderen; en de kinderen Israels zullen hun handen op de Levieten leggen.
11 En Aaron zal de Levieten bewegen ten beweegoffer voor het aangezicht des HEEREN, vanwege de kinderen Israels; opdat zij zijn, om den dienst des HEEREN te bedienen.
12 En de Levieten zullen hun handen op het hoofd der varren leggen; daarna bereidt gij een ten zondoffer, en een ten brandoffer den HEERE, om over de Levieten verzoening te doen.
13 En gij zult de Levieten stellen voor het aangezicht van Aaron, en voor het aangezicht van zijn zonen, en gij zult hen bewegen ten beweegoffer den HEERE.
14 En gij zult de Levieten uit het midden van de kinderen Israels uitscheiden, opdat de Levieten Mijn zijn.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.