Openbaring 19:19

19 En ik zag het beest, en de koningen der aarde, en hun heirlegers vergaderd, om krijg te voeren tegen Hem, Die op het paard zat, en tegen Zijn heirlegers.

Openbaring 19:19 Meaning and Commentary

Revelation 19:19

And l saw the beast
Not the devil, for after this he is taken and bound for a thousand years, and then loosed, and laid hold on again, and cast into the lake of fire; not but that this war will be by his instigation, and under his influence, ( Revelation 16:14 ) not the Roman Pagan empire, which has been destroyed long ago, under the sixth seal, and was the issue of the battle between Michael and his angels, and the dragon and his; but the antichristian civil powers, or antichrist in his civil capacity; and which, though it may chiefly regard the western antichrist, and the remains of the Latin idolatry, yet may take in the eastern antichrist, or the Mahometan powers, which may all join together in this battle; the beast will survive for a while the downfall of his seat, Babylon or Rome.

And the kings of the earth;
these, as they stand distinguished from the beast, or the antichristian kings, and civil states, may design as many of the Pagan kings and princes, as the pope and Turk by their emissaries can persuade to assist them in this war; (See Gill on Revelation 16:14).

And their armies gathered together;
at Armageddon, or in the valley of Jehoshaphat, ( Revelation 16:16 ) ( Joel 3:2 Joel 3:12 )

to make war against him that sat on the horse;
the white horse, ( Revelation 19:11 ) as the Arabic and Ethiopic versions read, which must be downright folly and madness, since he is the Word of God, the great God, the King of kings, and Lord of lords:

and against his army,
( Revelation 19:14 ) who, though unarmed, and only clothed in fine linen, have nothing to fear, since Christ, the Captain of their salvation, is at the head of them.

Openbaring 19:19 In-Context

17 En ik zag een engel, staande in de zon; en hij riep met een grote stem, zeggende tot al de vogelen, die in het midden des hemels vlogen: Komt herwaarts, en vergadert u tot het avondmaal des groten Gods;

18 Opdat gij eet het vlees der koningen, en het vlees der oversten over duizend, en het vlees der sterken, en het vlees der paarden en dergenen, die daarop zitten; en het vlees van alle vrijen en dienstknechten, en kleinen en groten.

19 En ik zag het beest, en de koningen der aarde, en hun heirlegers vergaderd, om krijg te voeren tegen Hem, Die op het paard zat, en tegen Zijn heirlegers.

20 En het beest werd gegrepen, en met hetzelve de valse profeet, die de tekenen in de tegenwoordigheid van hetzelve gedaan had, door welke hij verleid had, die het merkteken van het beest ontvangen hadden, en die deszelfs beeld aanbaden. Deze twee zijn levend geworpen in den poel des vuurs, die met sulfer brandt.

21 En de overigen werden gedood met het zwaard Desgenen, Die op het paard zat, hetwelk uit Zijn mond ging; en al de vogelen werden verzadigd van hun vlees.