Openbaring 19:2

2 Want Zijn oordelen zijn waarachtig en rechtvaardig; dewijl Hij de grote hoer geoordeeld heeft, die de aarde verdorven heeft met haar hoererij, en Hij het bloed Zijner dienaren van haar hand gewroken heeft.

Openbaring 19:2 Meaning and Commentary

Revelation 19:2

For true and righteous are his judgments
As in (See Gill on Revelation 15:3), (See Gill on Revelation 16:7): this is to be understood of God's judgments in general, and is a reason of the attribution of praise and glory to him; which may be said to be true, because, being threatened, are now fulfilled; and to be "righteous", because according to the demerit of sin; and particularly God's judgments on antichrist are intended:

for he hath judged the great whore;
Jezebel, Babylon, the Romish antichrist, before spoken of, ( Revelation 17:1 ) not only by passing a sentence of condemnation on her, but by executing it, putting it into the hearts of the kings to hate and burn her, and utterly destroy her; and which is judging right, since it follows:

which did corrupt the earth with her fornication;
drew the kings and inhabitants of the Roman empire into wicked and idolatrous practices, and so corrupted and destroyed them in soul, body, and estate; (See Gill on Revelation 11:18) for this vision is contemporary with the seventh trumpet:

and hath avenged the blood of his servants at her hand;
shed by her, ( Revelation 18:20 Revelation 18:24 ) ( 16:6 ) and this being done in righteous judgment, is matter of joy and praise to the saints.

Openbaring 19:2 In-Context

1 En na dezen hoorde ik als een grote stem ener grote schare in den hemel, zeggende: Halleluja, de zaligheid, en de heerlijkheid, en de eer, en de kracht zij den Heere, onzen God.
2 Want Zijn oordelen zijn waarachtig en rechtvaardig; dewijl Hij de grote hoer geoordeeld heeft, die de aarde verdorven heeft met haar hoererij, en Hij het bloed Zijner dienaren van haar hand gewroken heeft.
3 En zij zeiden ten tweeden maal: Halleluja! En haar rook gaat op in alle eeuwigheid.
4 En de vier en twintig ouderlingen, en de vier dieren vielen neder, en aanbaden God, Die op den troon zat, zeggende: Amen, Halleluja!
5 En een stem kwam uit den troon, zeggende: Looft onzen God, gij al Zijn dienstknechten, en gij, die Hem vreest, beiden klein en groot!
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.