Openbaring 22:15

15 Maar buiten zullen zijn de honden, en de tovenaars, en de hoereerders, en de doodslagers, en de afgodendienaars, en een iegelijk, die de leugen liefheeft, en doet.

Openbaring 22:15 Meaning and Commentary

Revelation 22:15

For without are dogs
That is, without the holy city are such persons who are comparable to dogs for their filthiness, impudence, and voraciousness, as are persecutors, heretics, and apostates, ( Matthew 7:6 ) ( Philippians 3:2 ) ( 2 Peter 2:22 ) . Some think Sodomites are intended, as in ( Deuteronomy 23:18 ) . So Abarbinel and others interpret the law; and who abound in the Roman jurisdiction, called therefore Sodom, ( Revelation 11:8 ) and indeed all wicked men, who will be cast out into outer darkness, may be signified hereby. The Jews say ^F11,

``when a man dies, if he be worthy (or righteous) he descends in the likeness of a lion to receive "his" soul, but if not, in the likeness of "a dog", concerning which David says, ( Psalms 22:20 ) .''

And sorcerers, and whoremongers, and murderers, and idolaters;
characters of the antichristian party, who will have no place in this city, or glorious kingdom of Christ; (See Gill on Revelation 21:8). And whosoever loveth and maketh a lie;
who loves both to invent and tell lies, and loves to hear them told by others; meaning more especially the doctrinal lies of antichrist, which are spoken in hypocrisy by him, and his followers are given up to believe.

---

FOOTNOTES:

F11 Raya Mchimna in Zohar in Numb. fol. 95. 2.

Openbaring 22:15 In-Context

13 Ik ben de Alfa, en de Omega, het Begin en het Einde; de Eerste en de Laatste.

14 Zalig zijn zij, die Zijn geboden doen, opdat hun macht zij aan den boom des levens, en zij door de poorten mogen ingaan in de stad.

15 Maar buiten zullen zijn de honden, en de tovenaars, en de hoereerders, en de doodslagers, en de afgodendienaars, en een iegelijk, die de leugen liefheeft, en doet.

16 Ik, Jezus, heb Mijn engel gezonden om ulieden deze dingen te getuigen in de Gemeenten. Ik ben de Wortel en het geslacht Davids, de blinkende Morgenster.

17 En de Geest en de Bruid zeggen: Kom! En die het hoort, zegge: Kom! En die dorst heeft, kome; en die wil, neme het water des levens om niet.