Openbaring 6:13

13 En de sterren des hemels vielen op de aarde, gelijk een vijgeboom zijn onrijpe vijgen afwerpt, als hij van een groten wind geschud wordt.

Openbaring 6:13 Meaning and Commentary

Revelation 6:13

And the stars of heaven fell unto the earth
All the other inferior deities lost their esteem, worship, and honour; for the idol temples being now opened, the idols and statues were exposed to the common people, and were found to be stuffed with hay and straw, which brought them into great contempt F12. Moreover, as stars sometimes signify the ministers of the Gospel in the Christian church, ( Revelation 1:20 ) , and sometimes the priests in the Jewish church, ( Daniel 8:10 ) ; so they may here likewise include the idolatrous priests among the Heathens, who were discharged and removed by Constantine, and had their posts and profits taken away from them; yea, Maximinus, an Heathen emperor, or tyrant, being beaten by Licinius, who was then Constantine's colleague, killed many of the priests and prophets of his gods, which were formerly had in great admiration by him, as deceivers and betrayers of him, by whose oracles he was animated to the war F13. And in like manner Licinius put to death the priests and prophets of the new idol at Antioch F14.

Even as a fig tree casteth her untimely figs, when she is shaken of
a mighty wind;
which figs being young and green, and not fixed, fall off easily, and in great numbers, when a blustering wind beats upon them; and so the rabble of Pagan deities, and idolatrous priests, were easily, and in great numbers, removed through the power of Constantine, which carried all before it.


FOOTNOTES:

F12 Sozomen, l. 2. c. 5.
F13 Euseb. Eccl. Hist. l. 9. c. 10.
F14 Ib. c. 11.

Openbaring 6:13 In-Context

11 En aan een iegelijk werden lange witte klederen gegeven, en hun werd gezegd, dat zij nog een kleinen tijd rusten zouden, totdat ook hun mededienstknechten en hun broeders zouden vervuld zijn, die gedood zouden worden, gelijk als zij.
12 En ik zag, toen Het het zesde zegel geopend had, en ziet, er werd een grote aardbeving; en de zon werd zwart als een haren zak, en de maan werd als bloed.
13 En de sterren des hemels vielen op de aarde, gelijk een vijgeboom zijn onrijpe vijgen afwerpt, als hij van een groten wind geschud wordt.
14 En de hemel is weggeweken, als een boek, dat toegerold wordt; en alle bergen en eilanden zijn bewogen uit hun plaatsen.
15 En de koningen der aarde, en de groten, en de rijken, en de oversten over duizend, en de machtigen, en alle dienstknechten, en alle vrijen, verborgen zichzelven in de spelonken, en in de steenrotsen der bergen;
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.