2 Kronieken 19:8-10

8 Daartoe stelde Josafat ook te Jeruzalem enige van de Levieten, en van de priesteren, en van de hoofden der vaderen van Israel, over het gericht des HEEREN, en over rechtsgeschillen, als zij weder te Jeruzalem gekomen waren.
9 En hij gebood hun, zeggende: Doet alzo in de vreze des HEEREN, met getrouwheid en met een volkomen hart.
10 En in alle geschil, hetwelk van uw broederen, die in hun steden wonen, tot u zal komen, tussen bloed en bloed, tussen wet en gebod, en inzettingen en rechten, zo vermaant hen, dat zij niet schuldig worden aan den HEERE, en een grote toornigheid over u en over uw broederen zij; doet alzo, en gij zult niet schuldig worden.

2 Kronieken 19:8-10 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO 2 CHRONICLES 19

Jehoshaphat returning from the battle at Ramothgilead, was met by a prophet, who reproved him for helping the ungodly, 2Ch 19:1-3, which quickened him to a greater regard for the reformation of his kingdom, 2Ch 19:4, and he set judges in all the cities of Judah, and exhorted them to do justice, 2Ch 19:5-7, and in the city of Jerusalem he appointed priests and Levites for the same purpose, and gave them a strict charge, and animated and encouraged them to perform their office faithfully, 2Ch 19:8-11.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.