Psalmen 34:10

10 Jod. Vreest den HEERE, gij Zijn heiligen! want die Hem vrezen, hebben geen gebrek.

Images for Psalmen 34:10

Psalmen 34:10 Meaning and Commentary

Psalms 34:10

The young lions do lack, and suffer hunger
According to Apollinarius,

``the needy rich, whom famine presses;''

see ( Job 4:10 Job 4:11 ) ;

but they that seek the Lord;
by prayer, diligently, with their whole heart, and in the sincerity of their souls; the Targum is, "that seek the doctrine of the Lord"; that seek instruction from him, and to be taught by him: these

shall not want any good [thing]:
which God has purposed to bestow upon them, which he has promised unto them, and provided for them; nor any thing that shall be for their good.

Psalmen 34:10 In-Context

8 Cheth. De Engel des HEEREN legert Zich rondom degenen, die Hem vrezen, en rukt hen uit.
9 Teth. Smaakt en ziet, dat de HEERE goed is; welgelukzalig is de man, die op Hem betrouwt.
10 Jod. Vreest den HEERE, gij Zijn heiligen! want die Hem vrezen, hebben geen gebrek.
11 Caph. De jonge leeuwen lijden armoede, en hongeren; maar die den HEERE zoeken, hebben geen gebrek aan enig goed.
12 Lamed. Komt, gij, kinderen! hoort naar mij! ik zal u des HEEREN vreze leren.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.