Psalmen 37:13

13 De Heere belacht hem, want Hij ziet, dat zijn dag komt.

Psalmen 37:13 Meaning and Commentary

Psalms 37:13

The Lord shall laugh at him
Have him and his plots in derision, confound his schemes, and disappoint him of his designs, bring him into calamity, and laugh at it; see ( Psalms 2:4 ) ( Proverbs 1:26 ) ;

for he seeth that his day is coming;
either the day of the Lord, which he has appointed to judge the world in, and which comes suddenly, at unawares, as a thief in the night, and is known unto the Lord, though to none else; or the day of the wicked man's ruin and destruction, to which he is appointed, and which is the same; and so the Targum is, "the day of his calamity": which the Lord observes is hastening on, when he will be for ever miserable.

Psalmen 37:13 In-Context

11 De zachtmoedigen daarentegen zullen de aarde erfelijk bezitten, en zich verlustigen over groten vrede.

12 Zain. De goddeloze bedenkt listige aanslagen tegen den rechtvaardige, en hij knerst over hem met zijn tanden.

13 De Heere belacht hem, want Hij ziet, dat zijn dag komt.

14 Cheth. De goddelozen hebben het zwaard uitgetrokken, en hun boog gespannen, om den ellendige en nooddruftige neder te vellen, om te slachten, die oprecht van weg zijn.

15 Hun zwaard zal in hunlieder hart gaan; en hun bogen zullen verbroken worden.