Richtere 7:12

12 En de Midianieten, en Amalekieten, en al de kinderen van het oosten, lagen in het dal, gelijk sprinkhanen in menigte, en hun kemelen waren ontelbaar, gelijk het zand, dat aan den oever der zee is, in menigte.

Richtere 7:12 Meaning and Commentary

Judges 7:12

And the Midianites and the Amalekites, and the children of the
east
The Arabians, who with the Amalekites joined the Midianites in this expedition:

lay along in the valley
in the valley of Jezreel, in their tents, which overspread the valley, or at least great part of it:

like grasshoppers for multitude;
or locusts, which usually come in great numbers, and cover the air and the sun where they fly, and the earth where they light, as they did the land of Egypt; this army consisted at least of 135,000 men, as is clear from ( Judges 8:10 )

and their camels were without number; as the sand is by the sea side
for multitude;
an hyperbolical expression, setting forth the great number of them which the countries of Midian and Arabia abounded with; and were very proper to bring with them, to load and carry off the booty they came for, the fruits of the earth; see ( Judges 6:4 Judges 6:5 ) .

Richtere 7:12 In-Context

10 Vreest gij dan nog af te gaan, zo ga af, gij, en Pura, uw jongen, naar het leger.
11 En gij zult horen, wat zij zullen spreken, en daarna zullen uw handen gesterkt worden, dat gij aftrekken zult in het leger. Toen ging hij af, met Pura, zijn jongen, tot het uiterste der schildwachten, die in het leger waren.
12 En de Midianieten, en Amalekieten, en al de kinderen van het oosten, lagen in het dal, gelijk sprinkhanen in menigte, en hun kemelen waren ontelbaar, gelijk het zand, dat aan den oever der zee is, in menigte.
13 Toen nu Gideon aankwam, ziet, zo was er een man, die zijn metgezel een droom vertelde, en zeide: Zie, ik heb een droom gedroomd, en zie, een geroost gerstebrood wentelde zich in het leger der Midianieten, en het kwam tot aan de tent, en sloeg haar, dat zij viel, en keerde haar om, het onderste boven, dat de tent er lag.
14 En zijn metgezel antwoordde, en zeide: Dit is niet anders, dan het zwaard van Gideon, de zoon van Joas, de Israelietischen man; God heeft de Midianieten en dit ganse leger in zijn hand gegeven.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.