Richtere 7:2

2 En de HEERE zeide tot Gideon: Des volks is te veel, dat met u is, dan dat Ik de Midianieten in hun hand zou geven; opdat zich Israel niet tegen Mij beroeme, zeggende: Mijn hand heeft mij verlost.

Richtere 7:2 Meaning and Commentary

Judges 7:2

And the Lord said unto Gideon, the people that are with thee
are too many
It appears, by what follows, that there were 32,000 of them, which was but a small army to engage with one of 100,000 more than they; for such was the army of the Midianites and their associates, see ( Judges 8:10 ) but the people were too many, says the Lord,

for me to give the Midianites into their hands;
who would be apt to ascribe the victory to themselves, and not to the Lord; to their number, strength, and valour, and not to the hand of the Lord:

lest Israel vaunt themselves against me, saying, mine own hand hath
saved me;
or glory over me, take the glory from me, and ascribe it to themselves, boasting that by their power and prowess they had obtained the victory.

Richtere 7:2 In-Context

1 Toen stond Jerubbaal (dewelke is Gideon) vroeg op, en al het volk, dat met hem was; en zij legerden zich aan de fontein van Harod; dat hij het heirleger der Midianieten had tegen het noorden, achter den heuvel More, in het dal.
2 En de HEERE zeide tot Gideon: Des volks is te veel, dat met u is, dan dat Ik de Midianieten in hun hand zou geven; opdat zich Israel niet tegen Mij beroeme, zeggende: Mijn hand heeft mij verlost.
3 Nu dan, roep nu uit voor de oren des volks, zeggende: Wie blode en versaagd is, die kere weder, en spoede zich naar het gebergte van Gilead! Toen keerden uit het volk weder twee en twintig duizend, dat er tienduizend overbleven.
4 En de HEERE zeide tot Gideon: Nog is des volks te veel; doe hen afgaan naar het water, en Ik zal ze u aldaar beproeven; en het zal geschieden, van welken Ik tot u zeggen zal: Deze zal met u trekken, die zal met u trekken; maar al degene, van welken Ik zeggen zal: Deze zal niet met u trekken, die zal niet trekken.
5 En hij deed het volk afgaan naar het water. Toen zeide de HEERE tot Gideon: Al wie met zijn tong uit het water zal lekken, gelijk als een hond zou lekken, dien zult gij alleen stellen; desgelijks al wie op zijn knieen zal bukken om te drinken.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.