Romeinen 2:6

6 Welke een iegelijk vergelden zal naar zijn werken;

Romeinen 2:6 Meaning and Commentary

Romans 2:6

Who will render to every man according to his deeds.
] God will be the Judge, who is righteous, holy, just, and true; every man in particular will be judged; as the judgment will be general to all, it will be special to everyone, and will proceed according to their works; for God will render to wicked men according to the demerit of their sins, the just recompense of reward, eternal damnation; and to good men eternal life, not according to the merit of their good works, which have none in them, but according to the nature of them; such who believe in Christ, and perform good works from a principle of grace, shall receive the reward of the inheritance, which is a reward of grace, and not of debt. In other words, God will render to evil men according to the true desert of their evil deeds; and of his own free grace will render to good men, whom he has made so by his grace, what is suitable and agreeable to those good works, which, by the assistance of his grace, they have been enabled to perform.

Romeinen 2:6 In-Context

4 Of veracht gij den rijkdom Zijner goedertierenheid, en verdraagzaamheid, en lankmoedigheid, niet wetende, dat de goedertierenheid Gods u tot bekering leidt?
5 Maar naar uw hardigheid, en onbekeerlijk hart, vergadert gij uzelven toorn als een schat, in den dag des toorns, en der openbaring van het rechtvaardig oordeel Gods.
6 Welke een iegelijk vergelden zal naar zijn werken;
7 Dengenen wel, die met volharding in goeddoen, heerlijkheid, en eer, en onverderfelijkheid zoeken, het eeuwige leven;
8 Maar dengenen, die twistgierig zijn, en die der waarheid ongehoorzaam, doch der ongerechtigheid gehoorzaam zijn, zal verbolgenheid en toorn vergolden worden;
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.