Zacharia 12:6

6 Te dien dage zal Ik de leidslieden van Juda stellen als een vurige haard onder het hout, en als een vurige fakkel onder de schoven; en zij zullen ter rechterzijde en ter linkerzijde alle volken rondom verteren; en Jeruzalem zal nog blijven in haar plaats te Jeruzalem.

Zacharia 12:6 Meaning and Commentary

Zechariah 12:6

In that day will I make the governors of Judah like a
hearth of fire among the wood
As a large hearth of fire, with wood all about it, devours and consumes it; so shall the governors of Judah be to the nations that shall come up against Jerusalem. The Targum renders it,

``as a garment of fire among wood:''

and like a torch of fire in a sheaf;
of wheat, which presently destroys it; see ( Obadiah 1:18 ) :

and they shall devour all the people round about, on the right hand
and on the left;
on the south and on the north, as the Targum interprets it. The phrase denotes the utter destruction of the people on all sides:

and Jerusalem shall be inhabited again in her own place, [even] in
Jerusalem;
upon that very spot of ground which was formerly called Jerusalem shall the city be built again, and inhabited; and shall continue, notwithstanding the attempts of all the nations of the earth to destroy it; see ( Jeremiah 30:18 ) .

Zacharia 12:6 In-Context

4 Te dien dage, spreekt de HEERE, zal Ik alle paarden met schuwigheid slaan, en hun ruiters met zinneloosheid; maar over het huis van Juda zal Ik Mijn ogen openen, en alle paarden der volken zal Ik met blindheid slaan.
5 Dan zullen de leidslieden van Juda in hun hart zeggen: De inwoners van Jeruzalem zullen mij een sterkte zijn in den HEERE der heirscharen, hun God.
6 Te dien dage zal Ik de leidslieden van Juda stellen als een vurige haard onder het hout, en als een vurige fakkel onder de schoven; en zij zullen ter rechterzijde en ter linkerzijde alle volken rondom verteren; en Jeruzalem zal nog blijven in haar plaats te Jeruzalem.
7 En de HEERE zal de tenten van Juda ten voorste behouden, opdat de heerlijkheid van het huis Davids, en de heerlijkheid der inwoners van Jeruzalem, zich niet verheffe tegen Juda.
8 Te dien dage zal de HEERE de inwoners van Jeruzalem beschutten; en die, die onder hen struikelen zou, zal te dien dage zijn als David; en het huis Davids zal zijn als goden; als de Engel des HEEREN voor hun aangezicht.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.