Zacharia 14:1

1 Ziet, de dag komt den HEERE, dat uw roof zal uitgedeeld worden in het midden van u, o Jeruzalem!

Zacharia 14:1 Meaning and Commentary

Zechariah 14:1

Behold, the day of the Lord cometh
Or the day when the Lord will come, both in his spiritual and personal reign; for this is not to be understood of his first coming in the flesh, at which time none of the things after mentioned happened; nor of his coming to take vengeance on the Jews; but rather of his coming to convert them: and thy spoil shall be divided in the midst of thee;
not the substance of the nations, divided by the Israelites in the midst of Jerusalem, as the Targum and Jarchi interpret it; but the spoil of Jerusalem, when taken by the enemy, as is after said, which should be divided by them with great joy and triumph, in the midst of it: this refers not to the spoil of Jerusalem by Antiochus or the Romans, but to the slaying of the witnesses, and the triumph of their enemies over them, ( Revelation 11:7 Revelation 11:10 ) or else to the spoil and prey the Turks will come to Jerusalem for, when it shall begin the possession of the Jews; and who perhaps at first will have some success; see ( Ezekiel 38:12 Ezekiel 38:13 ) .

Zacharia 14:1 In-Context

1 Ziet, de dag komt den HEERE, dat uw roof zal uitgedeeld worden in het midden van u, o Jeruzalem!
2 Want Ik zal alle heidenen tegen Jeruzalem ten strijde verzamelen; en de stad zal ingenomen, en de huizen zullen geplunderd, en de vrouwen zullen geschonden worden; en de helft der stad zal uitgaan in de gevangenis; maar het overige des volks zal uit de stad niet uitgeroeid worden.
3 En de HEERE zal uittrekken, en Hij zal strijden tegen die heidenen, gelijk ten dage als Hij gestreden heeft, ten dage des strijds.
4 En Zijn voeten zullen te dien dage staan op den Olijfberg, die voor Jeruzalem ligt, tegen het oosten; en de Olijfberg zal in tweeen gespleten worden naar het oosten, en naar het westen, zodat er een zeer grote vallei zal zijn; en de ene helft des bergs zal wijken naar het noorden, en de helft deszelven naar het zuiden.
5 Dan zult gijlieden vlieden door de vallei Mijner bergen (want deze vallei der bergen zal reiken tot Azal), en gij zult vlieden, gelijk als gij vloodt voor de aardbeving in de dagen van Uzzia, den koning van Juda; den zal de HEERE, mijn God, komen, en al de heiligen met U, o HEERE!
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.