2 Koningen 24:1-6

1 In zijn dagen toog Nebukadnezar, de koning van Babel, op, en Jojakim werd zijn knecht drie jaren; daarna keerde hij zich om, en rebelleerde tegen hem.
2 En de HEERE zond tegen hem de benden der Chaldeen, en de benden der Syriers, en de benden der Moabieten, en de benden der kinderen Ammons, en zond hen tegen Juda, om dat te verderven, naar het woord des HEEREN, dat Hij gesproken had door den dienst Zijner knechten, de profeten.
3 Zekerlijk geschiedde dit naar het bevel des HEEREN tegen Juda, dat Hij hen van Zijn aangezicht wegdeed, om de zonden van Manasse, naar alles, wat hij gedaan had;
4 Als ook om het onschuldig bloed, dat hij vergoten had, zodat hij Jeruzalem met onschuldig bloed vervuld had; daarom wilde de HEERE niet vergeven.
5 Het overige nu der geschiedenissen van Jojakim, en al wat hij gedaan heeft, is dat niet geschreven in het boek der kronieken der koningen van Juda?
6 En Jojakim ontsliep met zijn vaderen; en zijn zoon Jojachin werd koning in zijn plaats.

2 Koningen 24:1-6 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO 2 KINGS 24

This chapter relates the rebellion of Jehoiakim against the king of Babylon, which prepared the way for the ruin of the kingdom of Judah, according to the decree of God, and also the death of Jehoiakim, and the conquest the king of Babylon made of part of the land of the king of Egypt, 2Ki 24:1-7 and the short and wicked reign of Jehoiachin his son, when he and the royal family, with great numbers of the inhabitants of the land, were carried captive to Babylon, 2Ki 24:8-16, and his uncle was made king in his room, 2Ki 24:17-20.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.