Markus 14:27-37

27 En Jezus zeide tot hen: Gij zult in dezen nacht allen aan Mij geergerd worden; want er is geschreven: Ik zal den Herder slaan, en de schapen zullen verstrooid worden.
28 Maar nadat Ik zal opgestaan zijn, zal Ik u voorgaan naar Galilea.
29 En Petrus zeide tot Hem: Of zij ook allen geergerd werden, zo zal ik toch niet geergerd worden.
30 En Jezus zeide tot hem: Voorwaar, Ik zeg u, dat heden in dezen nacht, eer de haan tweemaal gekraaid zal hebben, gij Mij driemaal zult verloochenen.
31 Maar hij zeide nog des te meer: Al moest ik met U sterven, zo zal ik U geenszins verloochenen. En insgelijks zeiden zij ook allen.
32 En zij kwamen in een plaats, welker naam was Gethsemane, en Hij zeide tot Zijn discipelen: Zit hier neder, totdat Ik gebeden zal hebben.
33 En Hij nam met Zich Petrus, en Jakobus, en Johannes, en begon verbaasd en zeer beangst te worden;
34 En zeide tot hen: Mijn ziel is geheel bedroefd tot den dood toe; blijft hier, en waakt.
35 En een weinig voortgegaan zijnde, viel Hij op de aarde, en bad, zo het mogelijk ware, dat die ure van Hem voorbijging.
36 En Hij zeide: Abba, Vader, alle dingen zijn U mogelijk; neem dezen drinkbeker van Mij weg, doch niet wat Ik wil, maar wat Gij wilt.
37 En Hij kwam, en vond hen slapende, en zeide tot Petrus: Simon, slaapt gij? Kunt gij niet een uur waken?
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.